Lemmet types

Het lemmet van een mes bepaalt vaak waar het voor gebruikt gaat worden.
Voor verschillende toepassingen (of gewoon als sier) krijgt een mes een bepaald lemmet waardoor het mooier of functioneler wordt.

Straight back Hierbij blijft de rug tot aan de punt recht, de snijkant loopt naar de rug toe. Door de botte achterkant is het mogelijk om met je hand meer druk uit te oefenen op het mes en het maakt het stevig en duurzaam.
Trailing-point Het hele lemmet is naar de punt toe omhoog gebogen waardoor er zelfs bij een klein, licht mes een groter snijvlak bestaat.
Clip-point Een clip-point lemmet heeft een kromme uitsnede uit de rug van het mes. Daardoor zit de punt meer richting het midden van het lemmet. Vaak wordt de kromme rug ook scherp geslepen zodat het beter als steekwapen gebruikt kan worden.
Drop-point Een klassieke vorm van het lemmet, veel gebruikt bij de zogenaamde bowie messen. De rug en het scherp buigen naar elkaar toe waardoor de punt min of meer in het midden van het lemmet uit komt. De rug is over de hele lengte plat.
Spay-point Het scherp loopt bij dit mes in een curve naar een stompe, korte punt. Doordat de rug is afgeschuind bevindt zich de punt min of meer in het midden van het lemmet. Dit soort messen worden onder andere gebruikt om te villen.
'Verwesterde' tanto Dit soort lemmet is afgeleid van de japanse katana vorm. Het verschil is dat de rug richting de punt scherp en eventueel afgeschuind is, waardoor de punt lager zit dan bij een echte katana.
Speerpunt Zoals de naam al aangeeft, heeft dit lemmet de vorm van een speerpunt. Ze werden in het verleden veel gebruikt voor het scherp maken van de veren waarmee men schreef.
Needle point Een symmetrisch lemmet waarbij beide zijden van het lemmet recht naar de punt toelopen. In de praktijk wordt het niet vaak gebruikt omdat deze vorm vrij zwak is en sneller dan de andere zal breken.
Sheeps-foot Eigenlijk het tegenovergestelde van een straight back: hier buigt de rug naar het scherp toe terwijl het scherp recht blijft. Daardoor ontstaat er vrijwel geen punt. De rug is altijd plat en niet geslepen, waardoor het goed gebruikt kan worden bij bijvoorbeeld keukenmessen om te hakken en snijden.
Wharncliff Lijkt op de Sheeps-foot, maar de rug loopt nu over de volle lengte in een curve en in een minder steile hoek naar het scherp. Het lemmet is vaker dikker dan de andere vormen.
Gutting Uit het engels vertaald: slachten. En dat is exact de functie van dit type lemmet, het is zich uitstekend voor de slacht. Als extra hiervoor zit er vaak een extra 'haakje' in de rug geslepen, dat handig is voor het opensnijden van de huid zonder dat de punt bijvoorbeeld per ongeluk de interne organen open snijd.
Hawkbill Het tegenovergestelde van een trailing point. De punt buigt hier naar de kant van het scherp in plaats van de rug. Dit type lemmet wordt veel gebruikt bij onder andere het snijden van tappijt of als hobby mes bij linoleum, modelbouw etc.